, [], Whether the judicial precepts were suitably framed as to the relations of one man with another?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En gij zult het land in erfelijke bezitting nemen door het lot, naar uw geslachten; dengenen, [24]die veel zijn, zult gij hun erfenis meerder maken, en dien, die weinig zijn, zult gij hun erfenis minder maken; waarheen [25]voor iemand het lot zal uitgaan, dat zal hij hebben; naar de stammen uwer vaderen zult gij de erfenis nemen. 24. Zie boven, hfdst.26 vs.54. 25. Hebreeuws, hem.